Weten en kennen

Een deelnemer had ergens een beetje een standje gekregen voor 'ik weet jou' in plaats van 'ik ken jou'. Hier zie je ook weer het Engels als handicap: 'to know' betekent zowel kennen als weten. In het Duits, Frans, Italiaans en Turks is er ook onderscheid tussen de twee. In het Arabisch blijkbaar niet, want mijn deelnemers kenden maar één woord in het Arabisch voor de beide. Ik vind het lastig om het 100% van elkaar te onderscheiden. 

Op het internet vond ik wel een goede tip. Bij kennen is er een object: je kent een persoon of een stad of een taal. Weten is meer voor dingen die je ergens hebt geleerd, feiten.

Ik dacht bijvoorbeeld aan: 'ik ken de weg naar Hengelo' of 'ik weet de weg naar Hengelo'. In het laatste voorbeeld weet ik de weg globaal. Ik weet ongeveer hoe ik ernaartoe moet en waar de weg begint. In het eerste voorbeeld weet ik details van de weg, waar verkeerslichten staan en vluchtheuvels liggen, de kleur van het asfalt enz. 

Je kunt wel zeggen: ik ken de weg op mijn duimpje, maar niet: ik weet de weg op mijn duimpje. Kennen is gerichter en preciezer. Weten gaat ook samen met hoe, waar, welke, wanneer e.d. Dat lijkt me ook een belangrijk kenmerk. â€˜Weet je hier een leuk café’ is correct, maar betekent eigenlijk ‘Weet je waar we een leuk café kunnen vinden?’.

Voorbeelden

In de dug-out zitten vier trainers. Ik weet wie van hen Louis van Gaal is. Dat is wat anders dan dat je zegt: ik ken Louis van Gaal. Dan zou je op zijn verjaardag geweest kunnen zijn.

"Ik weet waar mijn tante woont", maar "ik ken het huis van mijn tante".

"Ik weet hoe je veters strikt". Ik heb het geleerd.

Ik weet van de onderdrukking in China (van gehoord of over gelezen) of ik ken de onderdrukking in China (ik heb er ervaring mee).

Samenvattend

  • Kennen heeft een object, is precies en gericht
  • Weten gaat om geleerde feiten, is globaler en gaat samen met welke, wie, waar, waarom e.d.
Trefwoord