If, of, als, wanneer

Of, if, als en when

Als de deelnemer ooit Engels heeft geleerd, kan hij bijvoorbeeld zeggen: Ik wil vragen als je me kunt helpen. Ik kan me niet voorstellen dat je die fout maakt als je nooit Engels hebt geleerd. De verwarring zit in het Engelse 'if'. If betekent soms 'of', maar soms 'als'. Andersom kan ons 'als' de ene keer vertaald worden met 'if' en de andere keer met met ''when', soms met 'like'.

If: of en als

Voorbeelden:

I 'll go by car, if you don't mind: ALS je het goed vindt (voorwaarde).

I wonder if a driving permit is required: OF het vereist is (voegwoord).

If kan soms betekenen ALS: onder die voorwaarde. Soms betekent het OF en dan is het een voegwoord tussen twee zinnen. Net als: kookt je vader of je moeder? In de zin 'ik wil vragen of je me kunt helpen' kun je 'of' niet vervangen door 'als'.

Als is van alles

Het woordje 'als' is ook een beetje moeilijk omdat het verschillende betekenissen heeft:

  • Als zoals 'if': als het niet regent kom ik met de fiets (voorwaarde)
  • Als zoals 'when': als ik fiets, regent het zelden (tijd)
  • Als zoals 'like': je loopt net als je moeder (evenals, zoals)
  • Als zoals dan: hij is groter als zijn  broer (vergrotende trap)

Het laatste voorbeeld is niet echt correct, maar 'als' wordt in de spreektaal wel heel vaak in die betekenis gebruikt en getolereerd. Dat mag de taaldeelnemer leren herkennen, vind ik.

Veel deelnemers zeggen 'als' terwijl ze 'alles' bedoelen. Dan moet ik even schakelen. Ik probeer dat vaak beter te krijgen.

 

Trefwoord