Klein maar ingewikkeld
Dat een klein woordje als 'er' voor problemen kan zorgen, verbaast me niet helemaal. Ik moet ook altijd nadenken, bijvoorbeeld bij 'ervan'. Is het nu 'ik ga ervanuit' of 'ik ga er van uit' of 'ik ga ervan uit'? De vraag die ik kreeg was: mag ik zeggen 'Ik heb een tafel en er staat een bloempot erop'?
Een andere vraag is, hoeveel tekst er mag staan tussen 'er' en 'van'. Je kunt zeggen: ik houd ervan. Maar bij 'ik houd er niet van' staat er ineens een ander woord tussen. Je mag er heel veel tekst tussen zetten. 'Ik houd er helemaal nooit en totaal niet van' is een zin. Als je in de gaten hebt dat 'er' en voorzetsel bij elkaar horen, lijkt het me niet zo moeilijk, maar ja, in het Nederlands worden woorden wel vaker uit elkaar getrokken en in delen verplaatst. Dat vinden heel wat nieuwe Nederlandssprekenden ingewikkeld.
Ik probeer wat links bij elkaar te scharrelen over 'er'.